Op grond van de Jeugdwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor een toereikend kwalitatief en kwantitatief aanbod van de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Als ouders/verzorgers niet in staat zijn om hun kind een veilige en gezonde opvoeding te bieden en hulp in het vrijwillig kader afwijzen, kan de kinderrechter een jeugdbeschermingsmaatregel opleggen. De Jeugdreclassering voert de begeleiding en controle uit als een jeugdige van 12 jaar of ouder een strafbaar feit
pleegt.
In 2018 zijn de taken JBJR door de Noord West 4 (NW4) regio’s2 gezamenlijk ingekocht. De taken moeten opnieuw worden ingekocht omdat de bestaande overeenkomsten op 31 december 2025 eindigen. Per 1 januari 2026 moeten de nieuwe overeenkomsten in werking treden. De regio’s gaan de JBJR weer gezamenlijk inkopen voor de periode
2026-2030.
Door hernieuwde inkoop wordt continuïteit en kwaliteit in de JBJR-taken gegarandeerd,
passend bij de behoefte van de regio’s.
De NW4 regio’s sluiten aan bij de landelijke tarieven voor de JBJR taken. Het college heeft naast het vaststellen van deze inkoopstrategie ook een formeel besluit genomen om deze tarieven te hanteren vanaf 1 januari 2024. Voor Jeugdbescherming en Jeugdreclassering geldt dat het om een open einde regeling gaat. Als gevolg hiervan zijn
de financiële consequenties niet direct te kwantificeren. Voor de inkoop zijn voldoende financiële middelen beschikbaar in de gemeentelijke programmabegroting.